Een standaard springuitrusting (set) bestaat in grote lijnen uit vijf onderdelen:
- de hoofdparachute;
- de reserveparachute;
- een automatische opener (AAD), die de reserveparachute opent als de parachutist dat bij bepaalde hoogte en snelheid niet doet;
- de openingssystemen, zoals een static line of een pilot chute (een kleine parachute, die de grotere hoofd- of reserveparachute open trekt);
- het harnas/container systeem (rig) waarin alle onderdelen verwerkt zijn.
De reserveparachute moet natuurlijk zeer betrouwbaar zijn. Daarom mag deze alleen gevouwen worden door mensen met een speciale bevoegdheid, de riggers. Ook moet de uitrusting als geheel in goede staat zijn en op de juiste manier zijn samengesteld. Dit wordt periodiek gecontroleerd door een rigger. Er zijn verschillende riggers met verschillende bevoegdheden (zie hieronder). Bij alle activiteiten moeten riggers de aanwijzingen van fabrikanten, de reglementen van de KNVvL, de aanwijzingen van het afdelingsbestuur (bulletins) en hun beroepsrichtlijnen volgen.
De volledige regelgeving omtrent het materiaal en riggers is in het BVR (en bijlagen) te vinden.
Handleidingen & bulletins
Voor een handleiding van je materiaal kun je het beste op de website van de fabrikant kijken. Niet alle fabrikanten bestaan nog steeds. De Fédération Française de Parachutisme (FFP) heeft een grote verzameling van handleidingen en andere technische documenten online staan. Ook de Deutscher Fallschirmsport Verband (DFV) heeft een lijst met handleidingen en andere documenten van fabrikanten. Eventueel kun je je aanmelden bij ParaORG van de DFV om gemakkelijk te kunnen filteren in deze documenten.
Fabrikanten geven soms aanwijzingen over hun materiaal. Het afdelingsbestuur neemt veel van deze aanwijzingen expliciet over. Ook kan het afdelingsbestuur op eigen initiatief bulletins over materiaal of regelgeving uitvaardigen. Meer uitleg hierover en de bulletins zelf zijn te vinden op de specifieke pagina over veiligheidsbulletins en technische bulletins.
KNVvL Senior Riggers
Senior riggers (SR) mogen uitrustingen inspecteren en reserveparachutes vouwen. Ook mogen ze zeer beperkt onderhoud uitvoeren.
Zegelnummer | Naam | Locatie | Telefoonnummer | |
513 | Arnold Camfferman | 06-20249838 | info@skysupplieseurope.com | |
603 | Herman Landsman | 06-38113953 | herman@flyaerodyne.com | |
683 | Hielke Bootsma | 0515-422928 | hielke.bootsma@hetnet.nl | |
686 | Bob Draijer | 06-33228800 | bob@parademo.nl | |
723 (alleen rond) | Frank Spiering | 06-52053980 | frank@504paratroopers.nl | |
725 | George Buijtendijk | Teuge | 055-3231928 | tff@eupc.nl |
728 | Plamen Petrov | 055-3231928 | boachanoff@gmail.com | |
730 | Didier Fricot | 06-41278656 | didierfricot@msn.com | |
731 | Frans van Wijngaarden | Hilversum | 06-20593031 | frans@scramjet.nl |
732 | Helder José de Sousa | 06-45658668 | wingsousa@gmail.com | |
733 | Vera Mol | 06-25256797 | vera.mol_92@live.nl | |
734 | Joëlle Draijer | 06-15493661 | joellepetri@gmail.com |
KNVvL Master Riggers
Master riggers (MR) mogen al het onderhoud uitvoeren, dus reparaties, vervangingen en aanpassingen. Master riggers mogen ook een verklaring van luchtwaardigheid (VvL) afgeven. Een master rigger met een aantal jaar ervaring kan examinator rigger (ER) worden en zo examens voor andere riggers afnemen.
Zegelnummer | Naam | Locatie | Telefoonnummer | |
017 | Ron Daalhof | 0226-393768 | ron.daalhof@quicknet.nl | |
021 | Rien Meeuwisse | 0168-464781 | skymate@freeler.nl | |
023 | Tom Winkler | 020-6971290 | tom.winkler.g@gmail.com | |
028 | Johan Oosterveer | 0222-311464 | jotherigger@aol.com | |
029 | Caroline Pennock-Verkerk | 06-13258404 | carolinesuits@outlook.com | |
032 | Peter Lankreijer | 035-5415452 | peterlank@planet.nl | |
033 | Erik Tol | 0416-278723 | info@erikchutestore.nl | |
034 | Pim Pennock | 06-13258404 | carolinesuits@outlook.com | |
035 | René Sta van Uiter | 06-19304135 | skymate@freeler.nl | |
041 | Iwan Spilker | Texel | 0222-314396 | iwan@paracentrumtexel.nl |
046 | Paul Gommers jr. | 06-30420230 | paul@airrigging.nl | |
047 | Deyan Bakardzhiev | Teuge | 06-50406313 | info@area47.nl |
049 | Ruta Norvaisaite | Texel | – | loft@paracentrumtexel.nl |
Springmateriaal gebruiken in het buitenland
Kijk bij de pagina over regelgeving voor algemene tips over parachutespringen in het buitenland.
Vervoer
Het is goed mogelijk om een parachute mee te nemen als bagage aan boord van een vliegtuig. Dit kan zowel in de handbagage (carry on) als in de ruimbagage (checked). Houd rekening met de volgende tips:
- Laat je AAD uit staan.
- Vervoer je parachute in een aparte tas zonder andere voorwerpen en waar je koepels zo nodig ook geopend in passen.
- Na het inchecken van de bagage, wordt deze vrij snel gecontroleerd. In een uitzonderlijk geval zal je parachute geopend moeten worden. Je wordt dan omgeroepen, zodat je hierbij kunt zijn. Het is goed om daarom een half uur extra vroeg op het vliegveld te zijn. Als je je parachute als handbagage meeneemt, dan heb je ook extra tijd om eventuele vragen van de beveiligingsmedewerkers te beantwoorden en zo nodig je parachute weer te vouwen.
- Neem een eventueel hook knife alleen mee als ruimbagage en een loodvest zo mogelijk ook.
- Zorg dat je informatie van de fabrikant van je AAD kunt laten zien. De fabrikanten van de Cypres en de Vigil AAD’s hebben hier specifieke informatiepagina’s voor. De informatie over de MarS m2 voor beveiligers op vliegvelden staat in de handleiding.
Kijk eventueel op de website van de USPA en van de TSA voor meer informatie. Hoewel deze informatie het meest uitgebreid is, gelden natuurlijk de regels van het land van je bestemming (en vertrek).
Gebruik
Het reizen met je materiaal zou geen probleem moeten zijn. Het daadwerkelijk gebruiken van je eigen set kan nog weleens gepaard gaan met bijzonderheden. Allereerst is er de grootte van je hoofdparachute. In de meeste landen gelden vergelijkbare of lichtere regels voor parachutekeuze als in Nederland. Controleer of dit ook geldt voor jouw bestemming. Zo niet, dan moet je een ontheffing aanvragen of met ander materiaal springen. Wanneer er in een land alleen adviezen voor parachutekeuze gelden, dan kun je afwijken. Je moet je een afwijking natuurlijk wel kunnen motiveren, bijvoorbeeld door de ervaring met je eigen materiaal.
Een ander belangrijk voorbeeld van afwijkende regels zijn er de regels omtrent de repack. In sommige gevallen zul je de Nederlandse regels mogen volgen. In de Verenigde Staten mag je in sommige gevallen alleen springen, wanneer je reserve is gevouwen door een rigger, die gecertificeerd is door de Federal Aviation Administration (FAA). Dit kan per centrum verschillen, vanwege verschillen in interpretatie en uitvoering van een FAA-regel. Het meeste materiaal dat we in Nederland gebruiken heeft een FAA-certificering (TSO). Strikt genomen moeten ook buitenlanders voldoen aan de repackregels van de FAA, wanneer ze met dat materiaal springen. Dat is ook de officiële interpretatie van de USPA.