Basis Veiligheidsreglement (BVR)

Basis Veiligheidsreglement Sportparachutespringen 2024

BVR 2024 bijlage A: Brevetten en Bevoegdheden Reglement (BBR)

BVR 2024 bijlage B: Regels voor parachutekeuze (incl. kompasroos)
– zie ook de online kompasroos (extern hulpmiddel, geen officieel onderdeel BVR)

BVR bijlage C: Indeling voor hoofdparachutes 20 april 2021

BVR bijlage D: Technische Standaard Springuitrustingen 2024 (TSS)

Regeling valschermspringen 2010

Regeling luchtvaartvertoningen (meestal niet van toepassing, zie definitie luchtvaartvertoning in artikel 1, lid 2 van de regeling)

Kijk op de pagina over materiaal voor informatie over het vervoeren en gebruiken van je Nederlandse materiaal naar en in het buitenland.

Als je een parachutesprong in het buitenland wil maken, dan is het verstandig om de regels daar te kennen. Als je gewoon een sprong op een centrum wil maken zonder specifieke wensen, dan komt het eigenlijk altijd wel goed als je een A-brevet of hoger hebt. Zelfs met alleen een SPB is het soms mogelijk, hoewel je dan natuurlijk wel meer afhankelijk bent van de aanwezigheid van begeleiding op het centrum.

Als je een specifiek plan hebt, dan is het zeker goed om na te kijken of je gewenste sprongen wel zijn toegestaan met je ervaringsniveau (bv. brevet of sprongaantal). Vaak is de regelgeving terug te vinden op de website van de lokale organisatie voor parachutespringen. Ook is er soms informatie over lokale regelgeving te vinden op de website van springcentra. Wanneer je de taal niet spreekt kun je Google Translate ook documenten laten vertalen.

Omdat het KNVvL-brevet erkend is door de FAI, zal je Nederlandse brevet meestal geaccepteerd worden. In uitzonderlijke gevallen is het goed om een internationaal brevet (FAI COP) aan te vragen. Ook is het lidmaatschap van de KNVvL meestal voldoende om als buitenlander in een bepaald land te mogen springen. Het is natuurlijk altijd goed om dat te controleren. Controleer ook of de aansprakelijkheidsverzekering van de KNVvL voldoende dekking biedt in het land waar je wil gaan springen. Ook zonder fysieke ledenpas kun je je lidmaatschap en verzekering aantonen.

Waarschijnlijk ken je wel Nederlandse springers, die in het land of zelfs op het centrum van jouw bestemming zijn geweest. Het is natuurlijk een goed idee om te vragen naar hun ervaringen en tips. Ten slotte neem je natuurlijk rustig je tijd om je op het buitenlandse centrum voor te bereiden op je sprong. Je moet je immers inschrijven. Neem daarvoor al je relevante papieren mee. Verder zal je een briefing ontvangen, je overlegt over welk soort sprong je gaat maken en natuurlijk kijk je ook gewoon even rustig rond op het centrum en dropzone.

Onder voorbehoud zijn enkele voorbeelden te geven van verschillen in de regelgeving. De United States Parachute Association (USPA) is de landelijke organisatie voor parachutespringen in de Verenigde Staten. Ook zijn wereldwijd veel andere centra aangesloten bij de USPA. De Nederlandse eisen om een bepaald brevet te halen zijn iets strenger, dan die van de USPA. Ook zijn de eisen om met een camera te mogen springen in Nederland iets strenger. De regels van de USPA zijn overzichtelijk gebundeld in hun Skydiver’s Information Manual (SIM).

In België zijn de regels om met een camera te mogen springen juist iets strenger dan in Nederland. Ook is het voor België specifiek goed om te beseffen dat er twee springorganisaties zijn: de VVP voor Vlaanderen en de FWCP voor Wallonië. Deze organisaties kennen verschillende regels, hoewel dit mogelijk in de toekomst zal veranderen.

Documenten KNVvL (beleidsplannen, verslagen, statuten, reglementen, vrijwilligersvergoeding & declaratieformulier)